NRC/ONVZ september 2018
Pieter van den Hoogenband
In de topsport is veel onderzoek gedaan naar de arbeid-rustverhouding.Een van mijn succes factoren was dat ik rusten ook als een belangrijk onderdeel van mijn training beschouwde.Ik trainde keihard in het zwembad en de sportschool, maar tussendoor ging ik slapen. Heel veel slapen. Dat deed ik ook tijdens de Olympische spelen. Zodra we eenmaal in het olympisch dorp waren gearriveerd, kwam ik alleen maar van mijn kamer af om (licht) te trainen en te eten.
De rest van de tijd luisterde ik naar lekkere muziek, las mooie boeken en bekeek de binnen kant van mijn ogen.De zogenaamde supercompensatie, ook bekend als ’taperen’, is in de topsportvrij gebruikelijk. De kunst is om overdag niet in een diepe slaap te komen, want dan gaat het ten koste van je nachtrust. Maar even een kwartiertje naar ‘niemandsland’ gaan, doet vaak wonderen. De bekende Spaanse schilder Salvador Dali deed het ook. Als hij overdag aan een siësta begon, hield hij een sleutelbos in zijn hand. Als die op de grond kletterde – meestal na een minuut of vijftien – schrok Dali wakker en dan kwam hij daarna vaak op de beste ideeën. Ik ben ervan overtuigd dat je met een powernap veel meer uit je dag haalt.Je moet natuurlijk niet de hele middag met je hoofd op het toetsenbord gaan liggen snurken, maar 15 à 20 minuten is al genoeg om weer vol energie en optimaal geconcentreerd aan de bak te gaan. en dan hebt je dat kopje soep om 16.00 uur veel minder hard nodig. Doen dus, dat dutje tussendoor. Als je wakker wordt, kun je vast niet ineens surrealistische schilderijen maken, maar zijn problemen wél op slag veranderd in uitdagingen. Tip houd een sleutelbos bij de hand….